Veel bedrijven laten ’s nachts onnodig het licht branden
We zien dat er ‘s nachts veel verlichting brand bij bedrijven, terwijl dat niet nodig is. Als u overbodige verlichting uitzet, kan er veel energie worden bespaard. Hoe dat zit, leest u hieronder.
Maatregelen zijn nodig
In de nacht zijn er amper mensen op straat en daarom heeft reclame- of terreinverlichting geen nut. Door een schakeling met een tijdklok, in combinatie met een daglichtregeling, kan veel bespaard worden. Als bedrijf ben je verplicht om dit soort energie besparende maatregelen te nemen (zolang de veiligheid daardoor niet in gevaar komt).
Ook op het laten banden van verlichting om veiligheidsredenen kan bespaard worden, bijvoorbeeld door een bewegingssensor te installeren. Een onverlicht gebouw, waar bij onraad plotseling het licht aanspringt, valt zelfs extra op. Daarnaast moet binnenverlichting worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld door gebruik van aanwezigheidsdetectie per ruimte, een tijdgestuurde veegschakeling of een centrale regeling met overwerktimers. Zo kan worden voorkomen dat de binnenverlichting aan staat terwijl dat niet nodig is.
Wat kunt u zelf doen?
De Omgevingsdienst controleert of de bovenstaande en andere verplichte energiebesparende maatregelen zijn toegepast. Bedrijven moeten zelf blijven rapporteren welke nieuwe erkende maatregelen zijn toegepast. Lees alles over de informatie- en energiebesparingsplicht of bekijk de flyer van de RVO.