In beweging
Vijftien gemeenten in de provincie Utrecht brachten een deel van hun taken op het gebied van milieu en in een aantal gevallen bouw onder bij de Omgevingsdienst regio Utrecht; wij zijn daarmee een adviseur van en voor onze gemeenten. Zij maken gebruik van onze deskundigheid om de omgeving waarin wij wonen en werken nog veiliger, duurzamer en gezonder te maken.
Vlnr. Boven: Hans Marchal, Tymon de Weger, Petra Doornenbal, Arnold van Vuuren (secretaris)
Midden: Rob Jorg, Babette Behrens (ambtelijk secretaris), Ivo ten Hagen, Wouter Catsburg, Peter Bekker, Huib Zevenhuizen, Jeroen Willem Klomps
Onder: Bas Lont, Erika Spil, Peter de Rooij. Op deze foto ontbreken Frits Naafs (voorzitter), Anne Brommersma, Kiki Hagen en Engbert Stroobosscher.
Er kwam in 2019 veel voorbij wat onze bestuurlijke aandacht vroeg. We stelden een vernieuwde koers vast in de overtuiging dat we hiermee een robuust houvast hebben om in de komende jaren met elkaar effectief te blijven opereren. Met een standaard pakket VTH bijvoorbeeld maar ook met een nieuwe producten- en dienstencatalogus en een ambitieus programmaplan voor het programma Duurzaamheid.
Bij de opmaak van deze stukken (25 maart) is er sprake van een coronacrisis. Tot op dit moment verwacht het MT nog geen grote invloed op de resultaten. Gezien de onzekerheid omtrent de duur en de omvang van de problemen is het zeer waarschijnlijk dat dit gaat wijzigen.
De financiering van de ODRU is afhankelijk van gerealiseerde uren. Wanneer medewerkers niet meer productief kunnen werken ontstaat er financiële schade. Wanneer meer duidelijk wordt over de gevolgen wordt het bestuur geïnformeerd.
Er was bij de ODRU in 2019 niet veel wat ‘stilstond’. We kozen de titel van het jaarverslag niet voor niets. Terugblikkend zie ik 2019 vooral als een overgangsjaar. Samen met het bestuur en de organisatie stelden we een hernieuwde koers vast. Omdat ook de zorg voor de werkdruk hoog was (en nog steeds is) benoemden we een aantal prioriteiten: “wat doen we dit jaar wel en wat laten we voor nu even liggen?” De voorbereiding op de komst van de Omgevingswet, het programma Duurzaamheid en ‘Sturen, monitoren en verantwoorden’ (SMV) stonden bovenaan de prioriteitenlijst.
Wij zijn voor onze gemeenten het kenniscentrum op het gebied van milieu en duurzaamheid. Wij voeren in mandaat VTH-taken in het omgevingsrecht uit.’ Zo luidt de ambitie in onze hernieuwde strategische Koers 2019-2022. Onze kernwaarden samen, dichtbij, deskundig, anticiperend, objectief en maatschappelijk bewust stonden en staan nog steeds stevig overeind. Zij zijn de blijvende basis van waaruit we werken aan onze missie: een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor inwoners en bedrijven.
In 2019 legden we de laatste hand aan de noodzakelijke, organisatorische veranderingen. Werkend vanuit clusters legden we meer verantwoordelijkheid bij de medewerkers zelf, waarmee we meer slagkracht kregen. Ook de belangrijkste werkprocessen (Wabo, vooroverleg en uitvoeren controle) zijn opnieuw ingericht en in praktijk gebracht. Door een nieuwe manier van tijdschrijven kunnen we onze werkzaamheden transparanter aan onze opdrachtgevers verantwoorden. Zo ontwikkelen we ons van een activiteitgerichte naar een meer procesgerichte organisatie.
De Koers 2019-2022 heeft zes speerpunten:
Hieronder leest u per onderwerp een korte terugblik.
De Omgevingswet is volop in beweging en de voorbereidingen zijn al een aantal jaren aan de gang...
Klik hier voor de infographic
De ODRU-gemeenten staan voor een grote uitdaging op het gebied van duurzaamheid... Klik hier voor de infographic
Samen met onze gemeenten streven we naar volumevoordelen door meer uniformiteit, standaardisatie en harmonisatie...
Lees meer
ICT wordt voor de ODRU steeds belangrijker. Op korte termijn zit dit vooral in een uniforme werkwijze, ondersteund door goede ICT... Lees meer
Als onze opdrachtgevers bepalen gemeenten wat wij doen en voor hoeveel uren we dat doen... Lees meer
De toegevoegde waarde van de ODRU gaat niet alleen over wát we doen, het gaat ook over ‘hoe’ we dat doen: de kwaliteit van onze dienstverlening... Lees meer
Het voorbereiden op de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra), het werven van veel nieuwe medewerkers en de ontwikkeling van medewerkers. Dat waren in 2019 de hoofdthema’s voor de HR-afdeling, naast de aandacht voor de werkdruk en het ziekteverzuim.
Op 1 januari 2020 trad de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. De Wnra geeft ambtenaren dezelfde rechten en plichten (rechtspositie) als werknemers in het bedrijfsleven. De wet is ook op de ODRU van toepassing. 2019 stond dan ook in het teken van de voorbereiding op deze wettelijke verandering. Zo is de aanstelling van alle medewerkers per 1 januari 2020 omgezet naar een tweezijdige arbeidsovereenkomst. Ook zijn alle personele regelingen omgezet naar de nieuwe cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (cao SGO) en opgenomen in het personeelshandboek.
Het managementteam kende vorig jaar veel wisselingen. Niet alleen verlieten de directeur en de adjunct-directeur in september de organisatie, ook namen wij afscheid van een MT-lid en hadden we te maken met uitval door ziekte. In de tweede helft van het jaar bestond het managementteam voor de helft uit interim-managers. Ondanks deze wisselingen zette het team zich optimaal in en ging de bedrijfsvoering en de koers van de organisatie gewoon door. Eind 2019 benoemde het ODRU-bestuur Arnold van Vuuren als nieuwe directeur. 2020 staat in het teken van samen verder bouwen aan de ODRU-organisatie.
Met behulp van een wervingsbureau organiseerden wij intensieve wervingscampagnes. We hebben nieuwe medewerkers aangenomen, maar het is ons niet gelukt om alle vakspecialist-vacatures in te vullen. Het spanningsveld tussen vraag en aanbod is een belangrijke oorzaak. Begin 2020 zetten we deze vacatures opnieuw uit.
Ontwikkeling van medewerkers betrof in 2019 enerzijds functiegerichte trainingen en opleidingen en anderzijds opleidingen voor persoonlijke ontwikkeling. Ook organiseerden wij organisatiebrede trainingen: één over het voorkomen en beheersen van agressie en geweld en meerdere trainingen ter voorbereiding op de komende Omgevingswet.
De ODRU gelooft in de meerwaarde van medewerkers van verschillende leeftijden. Daarom zijn we in 2017 gestart met het twee jaar durende Young Professionals-programma. Van de elf Young Professionals die in 2017 via een leerprogramma bij de ODRU kwamen werken, hebben in 2019 zeven hun plek binnen onze organisatie gevonden. Eind 2019 evalueerden we het Young Professional-programma. Alle betrokkenen waren positief en mede daarom starten we in 2020 met een nieuw Young Professional-programma.
Als afsluiting van het Young Professional-programma kregen alle Young Professionals de kans om een project te doen buiten de ODRU. Ik werd hier enthousiast van, want hoe vaak krijg je nu een kijkje in de keuken van een andere organisatie? Mijn keuze viel op het RIVM, omdat ik binnen de ODRU werk als geluidsspecialist en geïnteresseerd ben in de relatie tussen geluid en gezondheid. Van juli t/m september, twee dagen in de week, kon ik meewerken aan een project van het geluidsteam van het RIVM.
De ondernemingsraad (OR) begon in 2019 met een reflectie op de Koers 2019-2022. De OR vroeg onder andere aandacht voor deze zin: “En voorkom dat het streven naar meer standaardisatie en efficiency leidt tot een werkpakket waarmee we deskundige en professionele medewerkers onvoldoende kunnen binden, boeien en aantrekken.” De OR vindt dat de keuzes toekomstbestendig moeten zijn, mede met het oog op onze dienstverlening en de Omgevingswet.
Hieronder leggen wij uit hoe de ODRU omgaat met klachten. Daarnaast behandelen wij, namens de ODRU-gemeenten, milieuklachten die zijn veroorzaakt door bedrijven. Denk aan geluidsoverlast, stankoverlast, stofoverlast, bodemvervuiling, lichtverontreiniging en afval. Onder Regionale Projecten staat hoeveel klachten wij per gemeente hebben behandeld.
De ODRU adviseert gemeenten over blindgangers en ongebruikte, gedumpte munitie (formeel: niet-gesprongen, conventionele explosieven). Dit doen we in het kader van het opsporen en benaderen van verdachte locaties. Wij kijken of het nodig is om onderzoek te doen en begeleiden de gemeente bij de uitvoering van projecten. Daarnaast beoordelen wij onderzoeksrapporten en uitvoeringsplannen die zijn opgesteld volgens een landelijk vastgestelde kwaliteitsnorm. Zo werken we samen aan een veilige leefomgeving.
De ODRU was het afgelopen jaar intensief bezig met PAS, Programma Aanpak Stikstof. Op basis hiervan werd alvast, vooruitlopend op positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, toestemming gegeven voor mogelijk schadelijke activiteiten. Door de uitstoot van stikstof aan te pakken, hoopten het Rijk en de provincies de ontwikkeling van natuur en de economische ontwikkeling in balans te brengen.
De ODRU wil effectief en efficiënt toezicht houden met een zo groot mogelijk maatschappelijk effect. Daarom werken wij, naast keten- en gebiedstoezicht, ook met programmatisch risicogestuurd toezicht. Dit houdt in dat wij bepalen waar de grootste risico’s zijn en welke aanpak het best daarbij past. We noemen dit ook wel informatiegestuurd toezicht.
Programmatisch toezicht is een cyclisch proces dat invulling geeft aan de big-8 uit het Besluit omgevingsrecht (Bor). We beginnen met de prioriteiten uit het gemeentelijk beleid en maken een uitgebreide analyse op basis van interne en externe gegevensbronnen. Bij het selecteren van de te controleren inrichtingen houden we rekening met meerdere factoren. Denk aan het naleefgedrag van de branche, landelijke ontwikkelingen in de economische sfeer en regelgeving, trends en het soort overtredingen. Op basis hiervan kunnen wij heldere keuzes maken en dit zorgt jaarlijks voor nieuwe inzichten en een effectievere aanpak.
Voor het verbeteren van de gegevens in ons bedrijfsinformatiesysteem voeren wij inventariserende controles uit. Om te bepalen welke locaties milieurelevant zijn - en nog niet in beeld bij de ODRU -voeren we een blindspotanalyse uit. Hierbij maken we onder meer gebruik van de informatiebronnen Kamer van Koophandel, basisadministratie adressen en gebouwen (BAG) en ons bedrijfsinformatiesysteem.
Toezicht houden doen wij niet alleen. Steeds vaker werken we samen met onze handhavingspartners, zoals andere uitvoeringsdiensten, Inspectie Leefomgeving en Transport, Veiligheidsregio Utrecht, Waterschappen, Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd en Landelijk meldpunt afvalstoffen (LMA). Door informatiegestuurd toezicht wordt onze inzet steeds meer reactief, dus waar nodig.
Met de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) hebben we begin 2019 een samenwerkingsconvenant ondertekend.
Samen met de VRU voeren we jaarlijks de voorcontroles van de vuurwerkverkooppunten uit. Zo moeten alle voorzieningen, zoals brandveiligheidsinstallaties en de constructie van de vuurwerkopslag, voldoen aan het Vuurwerkbesluit. Daarnaast moet het verkooppunt voldoen aan het programma van eisen (PVE). Dit moet elke vijf jaar worden beoordeeld.
Door de voorcontroles gezamenlijk met de VRU uit te voeren, bundelen we onze kennis, voorkomen we tegenstrijdige adviezen en beperken we de toezichtlast voor de ondernemer. Dit alles komt de veiligheid ten goede.
Om het aantal overtredingen tijdens de verkoopdagen verder te beperken, voeren we de controles anders uit. Van tevoren informeren we de verkooppunten over de aandachtspunten en de meest geconstateerde overtredingen van de afgelopen jaren.
Voor het eerst hebben we tijdens de verkoopdagen risicogestuurd toezicht gehouden. Dit houdt in meer toezicht bij de overtreders en minder bij de verkooppunten. Het is niet gemakkelijk om de vuurwerkondernemers te beïnvloeden om de regels na te leven. Het aantal overtredingen is namelijk niet verder afgenomen. Door samenwerking met de politie en het toepassen van strafrecht zetten we in op een meetbare afname.
Uit 120 controles bleek 10% in overtreding te zijn. De meeste overtredingen werden bij de eerste controle gevonden. De resultaten van 2019 nemen we mee in een nieuw vuurwerkproject, waarmee we in maart 2020 starten.
Een van onze gemeenten vroeg in 2019 of de ODRU binnen een plangebied een inventarisatie wilde uitvoeren, met als doel beter toezicht. De eerste fase van de inventarisatie vond plaats met behulp van analyse.
De ODRU zocht naar indicaties voor afwijkingen en/of overtredingen. Hierbij hebben we het volgende onderzocht:
Om afwijkingen en overtredingen in beeld te brengen, hebben afdeling bouw, milieu en de (tactisch) informatieanalist risico-indicatoren opgesteld. Hiervoor hebben zij meerdere bronnen gebruikt en geanalyseerd, zoals:
Dit onderzoek leverde een lijst op met adressen waar mogelijk signalerende activiteiten plaatsvinden. Deze digitale inventarisatie was fase 1 en maakt het mogelijk om in de volgende fase risicogericht op stap te gaan. Want, om conclusies te trekken, is het nodig dat we deze adressen bezoeken. Dit zou dan een opdracht voor fase 2 zijn vanuit de gemeente.
Door moderne technieken kunnen wij op een eenvoudige manier meldingen van overtredingen (signalen) aan elkaar doorgeven. De Veiligheidsregio Utrecht (VRU), de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD-Utrecht) en de ODRU zien dit signaaltoezicht als een zinvolle samenwerking tussen handhavingspartners binnen de provincie Utrecht.
Met dit doel hebben we in 2019 een Signaaltoezicht-app ontwikkeld en in oktober zijn we gestart met een testversie. Deze wordt gebruikt door een beperkte groep toezichthouders van de ODRU, VRU en RUD-Utrecht, aangevuld met toezichthouders van een gemeente. Ons doel is om signaaltoezicht in 2020 provinciebreed uit te rollen en dat zoveel mogelijk partijen gebruik gaan maken van het systeem.
Alle deelnemende gemeenten hanteren bij overtreding van de milieuregels de Landelijke Handhavingsstrategie. Bij de beoordeling van overtredingen moet de ernst ervan worden bepaald en het gedrag van de overtreder beoordeeld. De combinatie van deze twee uitkomsten, inclusief eventuele recidive, bepaalt de bestuursrechtelijke- en/of stafrechtelijke aanpak.
Uit een analyse van de data van de afgelopen jaren blijken - bij vergelijkbare overtredingen - grote verschillen tussen toezichthouders. De BOA’s worden ook nauwelijks betrokken bij ernstige overtredingen of crimineel gedrag waarbij strafrecht kan worden ingezet. Hoewel de Landelijke Handhavingstrategie eist dat de score navolgbaar moet zijn, is dit in de huidige situatie niet mogelijk.
Om gelijksoortige overtredingen door verschillende toezichthouders op dezelfde manier te kunnen beoordelen, hebben wij een Landelijke Handhavingstrategie-app gemaakt. Deze bevat twintig vragen. Vooraf bepaalde beoordelingen worden automatisch naar de BOA’s gestuurd. Om de toezichthouder verder te ontlasten, maakt de LHS-app een standaardtekst die hij kan registreren in ons zaaksysteem en kan gebruiken voor de aanschrijvingsbrief naar de overtreder. Vanaf begin 2020 gebruiken al onze toezichthouders dit hulpmiddel.
Met Natuur- en Duurzaamheidscommunicatie ondersteunt de ODRU elf gemeenten om hun inwoners verantwoorde en duurzame keuzes te laten maken voor hun woon-, werk- en leefomgeving. Dit doen wij via educatie, recreatie en participatie vanuit vier buitenlocaties, MEC Maarssen in Stichtse Vecht, NME-Centrum De Woudreus in Wilnis, NME-Centrum InBredius in Woerden en Bezoekerscentrum De Boswerf in Zeist, en vanuit het provinciehuis. Op alle locaties (behalve het provinciehuis) werken wij structureel en met veel vrijwilligers en daarmee krijgen we mensen in beweging. Soms letterlijk, soms figuurlijk.
We zijn lokaal aanspreekpunt van het provinciale programma ‘Groen doet goed’, om 4 tot 12-jarigen én hun opvoeders meer naar de natuur binnen en buiten de stad te krijgen. Wij doen dit voor de gemeenten De Ronde Venen, Woerden en Zeist. Samen met lokale maatschappelijke partners, zzp’ers en groene verenigingen zorgen we dat kinderen uit een verstedelijkte omgeving meer buiten kunnen spelen door ‘groene activiteiten’ mogelijk te maken. Dat kan door Groen doet goed-subsidie beschikbaar te stellen voor buitenspel-activiteiten in de natuur, lokale buurtsportcoaches of (een deel van) de financiering van natuurspeelplaatsen.
Drie jaar geleden ontstond het idee om het groene gebied naast het MEC Maarssen en Kinderboerderij Otterspoor om te bouwen tot een avontuurlijke struintuin. Na brainstormavonden met buurtbewoners en de gemeente hebben we de plannen verder uitgewerkt en in mei 2019 is de struintuin geopend. Wij hadden de coördinerende rol voor de gemeente Stichtse Vecht. Het idee voor de Struintuin ontstond uit het project Gezonde Buurt, een samenwerking van gemeente, Jantje Beton en IVN, en werd mede door het grote netwerk van MEC Maarssen een groot succes.
Voor zeven gemeenten voeren wij projecten uit op het gebied van zwerfafval, vanuit de NEDVANG-subsidie. We kijken steeds wat lokaal nodig is en werkt. Doordat we dit voor verschillende gemeenten doen, kunnen we ook goed inschatten wat een goede aanpak is. Zo hebben we dit jaar in De Bilt de snoeproute tussen middelbare scholen en supermarkt aangepakt.. Door de samenwerking tussen alle partijen is de hoeveelheid zwerfafval aanzienlijk verminderd.
Op of rond de Landelijke Opschoondag - en op andere momenten - coördineren we voor de meeste gemeenten de opruimacties die bewoners zelf organiseren. Bijvoorbeeld door te zorgen voor een goede verdeling van de materialen, publiciteit voor de acties en een traktatie voor de harde werkers. We merken dat dit effect heeft, want elk jaar doen meer groepen en inwoners mee. Vaak gaat het verder dan die ene opruimactie. In veel gemeenten zijn zogenaamde ‘ambassadeurs’ actief, die gedurende het jaar hun omgeving schoonhouden. Ook scholen doen mee door een gebied rondom de school te adopteren. Als beloning krijgen ze meestal een symbolisch bedrag, dat vaak weer wordt gebruikt voor een duurzaam doel. Sommige scholen combineren dit met het scheiden van afval in de school: ze worden (rest)afvalvrije school en doen bijvoorbeeld mee aan het project ‘Afval – begin van iets nieuws’.
Het grootste bereik hebben we via de (basis)scholen, voor wie we leskisten, natuur-in-de-klaspakketten en excursies verzorgen. Met dit aanbod ondersteunen we scholen bij hun lessen op het gebied van natuur en duurzaamheid, want jong geleerd is oud gedaan.
In het kader van de wet- en regelgeving voor milieu bezoekt de ODRU jaarlijks een grote frisdrankleverancier in deze gemeente. Deze leverancier produceert, verpakt en verkoopt (drank)concentraten en water met een productiecapaciteit van 1.666 ton per dag. Zo’n complex bedrijf vraagt om een programmatische aanpak. Op basis van een risicoanalyse zoomen we in op de belangrijkste milieuthema’s en maken we een toezichtplan. Dit jaar keken wij met name naar de thema’s energie, (afval)water en emissies.
Zwerfafval en hanggedrag waren in de wijk De Leijen in de gemeente De Bilt een groot probleem. De Bilt gaf daarom de ODRU opdracht om een in 2013 opgesteld convenant nieuw leven in te blazen. Samen met de ondertekenaars - scholen, gemeente, politie, wijkraad en de supermarkt (Plus) - gingen wij aan de slag met een vernieuwde en structurele aanpak van de snoeproute. We maakten gebruik van ervaringen in andere gemeenten, de aanpak van Nederland Schoon en inzichten op het gebied van gedragsverandering. Doel waren een schone school, een nette (winkel)omgeving en tevreden buurtbewoners.
Als voorbereiding op de Omgevingswet liet gemeente De Ronde Venen door een adviesbureau een akoestisch rekenmodel voor verkeerslawaai opstellen. Naast detailberekeningen op locatie kan dit model ook voor het hele grondgebied van de gemeente geluidskaarten maken voor weg- en spoorweglawaai.
Al lange tijd ontvangt de ODRU geurklachten over een varkensslachterij. Dat is vervelend voor het bedrijf, maar nog meer voor de omliggende bedrijven en omwonenden. Er zijn diverse aanvullende maatregelen door het bedrijf getroffen om de geuroverlast tegen te gaan, maar deze bleken niet effectief genoeg.
Het kerkelijk centrum in de binnenstad van Montfoort wilde afgelopen jaar een 24-uurs opbaarkamer realiseren. Een mooi project voor een grote maatschappelijke doelgroep. Voor het verbouwen en wijzigen van het gebruik van het centrum kreeg de ODRU een vergunningaanvraag. Bij beoordeling bleek dat een 24-uurs opbaarkamer in strijd was met het bestemmingsplan ‘Binnenstad’.
De gemeente Oudewater bereidt zich samen met de gemeente Woerden voor met een Pilot Omgevingsplan op de Omgevingswet. De ODRU neemt deel aan deze pilot die in juni 2019 startte. Samen met deze gemeenten maken wij een omgevingsplan voor een binnenstedelijk gebied en wij delen onze ervaringen in onze organisaties.
De pilot betreft twee (deel) plangebieden: ‘Binnenstad Oudewater’ en ‘Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld’. Wij oefenen met het nieuwe plankader en de invulling van het Omgevingsplan. Voor de eerste fase van de twee pilotgebieden hebben wij een integrale omgevingsscan en quickscan milieu gemaakt. Wij hebben relevante milieu-informatie in beeld gebracht en zijn ingegaan op de milieukundige situatie ter plekke. Ook hebben we aandachtspunten benoemd voor de verdere uitwerking en zijn begonnen met een inventarisatie van de milieu-informatie. Deze vertalen we vervolgens in de milieuregels van het Omgevingsplan. Uiteraard delen we onze kennis en ervaringen met onze collega’s binnen het programma Omgevingswet van de ODRU.
Renswoude is een agrarische gemeente die landbouwgrond liever niet inzet voor zonnevelden. Tegelijkertijd heeft de gemeente forse duurzame ambities en ziet zij zonnedaken op de vele stallen in het buitengebied als een goed alternatief voor zonnevelden. De ODRU kreeg de opdracht dit te stimuleren.
Omgevingsdiensten werken samen om illegale asbestsaneringen op te sporen. Dit is nodig, omdat per jaar slechts een klein aantal illegale saneringen wordt ontdekt. Terwijl cijfers over de hoeveelheid gestort asbest aangeven dat de aantallen veel hoger moeten zijn. Door gegevens van verschillende partijen op een slimme manier te combineren, is het mogelijk om met weinig inzet gericht op pad te gaan.
U-Thuis is een samenwerkingsverband van zestien Utrechtse gemeenten en de Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU). Zij richt zich op het verduurzamen van koopwoningen. De ODRU is, namens de gemeente Stichtse Vecht, voorzitter van U-Thuis.
Ondergrondse brandstoftanks moeten periodiek worden gekeurd om bodemvervuiling te voorkomen. Tijdens een keuring van een tankstation in de gemeente Utrechtse Heuvelrug bleek dat alle ondergrondse tanks ongeschikt waren voor een volgende keuringsperiode. Gevolg was dat ze niet meer mochten worden gebruikt voor de opslag van brandstof.
Door de gelijkvloerse spoorwegovergang in de drukke Woudenbergseweg (N226) staan de verkeersveiligheid, de doorstroming en de leefbaarheid in Maarsbergen onder druk. De gemeente werkt samen met de provincie Utrecht en ProRail aan twee tunnels: een fietserstunnel onder de huidige overgang en een ‘bypass’ via een tunnel bij de Engweg. De bewoners van de Engweg hebben gevraagd om metingen van geluid en de luchtkwaliteit om vragen en onzekerheden over de werkelijke en toekomstige geluidbelasting en luchtkwaliteit voor het gebied te beantwoorden.
Gewijzigde regelgeving om energie te besparen is noodzakelijk, maar voor bedrijven soms een kostbare zaak. Onze toezichthouder wilde graag meedenken met een groot metaalbewerkingsbedrijf met als doelen energiebesparing, aan de keuringsverplichting voldoen en minder kosten maken.
De ODRU ontving in november een melding Activiteitenbesluit voor het vestigen van een groot distributiecentrum voor een horecagroothandel in Vianen. Het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht bedrijven en instellingen om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren.
Al jaren krijgt de riolering van Wijk bij Duurstede vethoudend afvalwater te verwerken, van braad- en frituurvet tot plantaardige of dierlijke oliën en etensresten. De ODRU bekijkt jaarlijks de prioriteiten voor het toezicht op bedrijfsmatige lozingen op het Wijkse rioolstelsel. Dit doen we samen met de gemeentelijke rioolbeheerder en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden.
De regievoerders van de gemeenten besloten in januari 2019 om met de ODRU mee te denken over onder andere de communicatie over de Informatieplicht energiebesparing naar bedrijven. Namens alle regievoerders was de regievoerder van Woerden en Oudewater sparringpartner voor de ODRU. Samen hebben we een projectplan, communicatiestrategie en diverse teksten voor brieven, social media en mailings gemaakt.
Uit de Nationale Energieverkenning van 2017 bleek dat de totale energiebesparing nog 25 PJ achterblijft op het Energieakkoord van 2013. Een deel van dit gat wordt veroorzaakt doordat bedrijven de energiebesparingsplicht niet naleven. Aanvullende maatregelen, waaronder de Informatieplicht energiebesparing, die 6,5 PJ extra energie moet besparen, moeten leiden tot het halen van de bespaardoelen.
In de gemeente Zeist startte in 2019 een pilot van de gemeente en de ODRU om de samenwerking op het gebied van horeca en milieu te verbeteren. Beide hebben we kennis van en informatie over horecabedrijven, alleen deelden wij dat nog onvoldoende.
Samen met onze gemeenten streven we naar volumevoordelen door meer uniformiteit, standaardisatie en harmonisatie.
In 2019 voerden we gesprekken met de gemeenten over de verdere overdracht van taken van het volledige VTH-milieupakket. Eén van onze gemeenten heeft na deze gesprekken ook de Dienstverleningsovereenkomst uitgebreid per 2020. Met de andere gemeenten zetten we in 2020 de gesprekken over het overdragen van taken aan de ODRU voort.
Het provinciaal VTH-samenwerkingsverband geeft invulling aan de wettelijke eis om uniform beleid vast te stellen dat voldoet aan de criteria uit het Besluit omgevingsrecht (Bor). Het gaat om de volgende producten: een risicoanalyse, een VTH-beleidsdocument en een handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP), inclusief jaarverslag (JV). In 2019 hebben wij het uniforme VTH-beleidsdocument afgerond en beschikbaar gesteld aan gemeenten. Wij ondersteunen de gemeenten bij het specifiek maken van hun beleid. Het HUP/JV is al een jaar in gebruik. Na evaluatie hebben we verbeteringen aangebracht. De risicomodule is in ontwikkeling en getest voor milieubelastende activiteiten, zodat het aansluit bij de Omgevingswet. Ook hebben we de blik verder verlegd naar de Omgevingswet. Het VTH-samenwerkingsverband heeft presentaties en workshops gegeven bij provinciale bijeenkomsten. In 2020 werken we verder aan VTH-beleid dat aansluit op de Omgevingswet en bijbehorende risicomodule. Daarnaast neemt het samenwerkingsverband actief deel aan de provinciale bijeenkomsten.
Ons Wabo-proces kent twee soorten:
Vergunningverlening Wabo Bouw en Milieu met mandaat
In 2019 hebben wij voor deze vergunningverlening één proces ingericht. De basis ervan staat, het systeem is ingericht en de medewerkers werken volgens afspraak. We werken met gestandaardiseerde producten waaraan we in 2020 een kengetal verbinden. Hierin gaan we werken met digitale dossiers en processen.
Voor slechts enkele gemeenten met mandaat handelen we enkelvoudige Wabo-vergunningen activiteit milieu af. In 2020 gaan we met de overige gemeenten in gesprek over het eveneens geven van mandaat. Daarmee ontzorgen we de gemeenten en handelen we efficiënt, van begin tot eind, de zaak af.
Advies ander bevoegd gezag
Dit complexe proces hebben we in beeld gebracht en ontwikkelen we - in samenwerking met de gemeenten - begin 2020 verder.
ICT wordt voor de ODRU steeds belangrijker. Op korte termijn zit dit vooral in een uniforme werkwijze, ondersteund door goede ICT. De invoering van de Omgevingswet brengt extra eisen met zich mee, zoals het zoveel mogelijk automatiseren van het aanvragen van vergunningen. Daarnaast is kwalitatief goede informatie een belangrijke voorwaarde voor het effectief uitvoeren van toezicht.
In onze Koers hebben we thema’s geformuleerd. De vier onderstaande thema’s hebben we in 2019 opgepakt.
We hebben onze ICT-middelen vernieuwd en onze telefonie opnieuw aanbesteed. De voorbereiding voor de Europese aanbesteding van een nieuwe ICT-partner is in volle gang.
Om ons werkproces te digitaliseren, hebben we onze documentaire processen gestroomlijnd. We hebben alle ICT-middelen getest voor het digitaal ontvangen, versturen, publiceren, archiveren en vernietigen van documenten. Deze middelen rollen we in 2020 uit.
De Wabo-processen hebben we beschreven en geïmplementeerd en we zijn gestart met het continu verbeteren van deze processen. Dit is de start van de ODRU als lerende organisatie.
Medewerkers en afdelingshoofden moeten hun werk en dat van de afdeling kunnen sturen op basis van procesinformatie. Hiervoor is de koppeling nodig van informatiemanagement, digitalisering van processen en data-analyse. Het jaar 2019 stond in het teken van het bouwen aan een robuuste basis. Een van de onderdelen was de techniek, zoals herontwerp en inrichting van de projectadministratie en financiële administratie en de implementatie van een business intelligence (BI)-/rapportage-tool.
Als onze opdrachtgevers bepalen gemeenten wat wij doen en voor hoeveel uren we dat doen. Omdat zij de ODRU daarvoor betalen, vragen zij heldere rapportages, een duidelijke verantwoording en transparantie in onze dienstverlening. Dus: hoeveel en welke producten hebben we geleverd, welke kengetallen spreken we af en welk werkaanbod verwachten we? Voor alle gemeenten, maar ook voor onszelf, is het goed om duidelijkheid te hebben over de resultaten van ons werk. Daardoor kunnen we beter anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen.
Om de gewenste cijfers en de juiste sturingsinformatie te leveren, startte in september 2018 het programma Sturen, Monitoren en Verantwoorden (SMV). Rode draad hierin is ‘betekenisgeving’. Ons doel is dat inwoners, bedrijven en de maatschappelijke omgeving merken en ervaren dat wij werken aan een veilige, gezonde en duurzame, fysieke leefomgeving.
We realiseerden ons dat het succes van SMV afhangt van het technisch functioneren van een nieuw tijdschrijfsysteem en van het draagvlak onder de medewerkers. Nadat we eerst de techniek goed hadden ingericht en getest, gingen we in de loop van 2019 samen met de medewerkers aan de slag. In de vorm van heldere en tijdige informatie, trainingen, tijdschrijfcoaches en persoonlijke begeleiding realiseerden we een omslag in denken en doen.
Natuurlijk hielden we de gemeenten op de hoogte van de vorderingen. We hielden rekening met het verschil in informatiebehoefte van de bestuurders en van de regievoerders. Bestuurders hebben vaak meer behoefte aan informatie over effectiviteit en efficiëntie (dat we de goede dingen op de goede manier doen). Regievoerders willen graag op productniveau weten wat we leveren en voor hoeveel. Begin 2020 rolden de eerste maandrapportages nieuwe stijl uit de computers en de rest van het jaar zetten we flinke stappen.
Om onze bedrijfsvoering steeds verder professionaliseren, maken we in de nieuwe producten- en dienstencatalogus (PDC) onderscheid in standaardproducten, projecten en diensten. Deze opzet is, ook al was het even wennen, enthousiast ontvangen. Met een aantal veranderingen in ons bedrijfssysteem kunnen we in 2020 productgericht, dus zaakgericht, tijdschrijven. Met behulp van een business intelligence-tool (BI-tool) kunnen we de benodigde stuurinformatie leveren. Hierin koppelen we kengetallen voor output en productie aan de afspraken in het uitvoeringsprogramma (UVP).
Onze deadlines voor 1 januari 2020 hebben we gehaald. Dit jaar werken we toe naar betrouwbare kengetallen, komen we tot een betere interne sturing en verkennen we hoe we onze financiering en begrotingswijze kunnen verbeteren. Een andere manier van tijdschrijven moet elke medewerker meer inzicht geven in de eigen werkvoorraad. Deze wordt beter beheersbaar (grip op je werk) en draagt bij aan een lagere werkdruk.
De toegevoegde waarde van de ODRU gaat niet alleen over wát we doen, het gaat ook over ‘hoe’ we dat doen: de kwaliteit van onze dienstverlening.
Tot nu toe kenmerkten onze dienstverleningsovereenkomsten (DVO) zich door afspraken over een gegarandeerd aantal uren, die in de UVP’s worden aangevuld en uitgewerkt naar uren en taakvelden. Deze methode werkte lange tijd naar tevredenheid, maar past niet meer bij de kwaliteit van onze dienstverlening en het monitoren en rapporteren aan gemeenten.
Het moderniseren van de DVO’s pakken wij stapsgewijs met een aantal gemeenten op. In 2020 kijken wij meer structureel naar de contractvorming rond DVO en UVP en de inrichting en vormgeving daarvan. Dit gebeurt in combinatie met een modernere opzet van het relatiemanagement met de gemeenten.
Elk cluster binnen de ODRU is vertegenwoordigd in een regiokring. Hiermee willen we de relatie met onze gemeentelijke opdrachtgevers en de dienstverlening voor onze klanten (bedrijven en inwoners) verbeteren. Onze gemeenten hebben vaste aanspreekpunten en wij hebben zelf meer kennis van de ‘couleur locale’. In de tweede helft van 2019 zijn wij gestart met een kick-off, de uitrol van de regiokringen vindt plaats in 2020.
Om klantervaringen binnen De Ronde Venen, Veenendaal en Zeist te meten en deze in beeld te brengen in de Effectenkaart zijn we een pilot gestart. Eerst hebben we het instrument bij de vijftien gemeenten technisch in gereedheid gebracht. Voordat we een besluit nemen over het vervolg evalueren we de ervaringen. Het is wenselijk dit te verbinden aan het in 2019 gestarte traject Sturen, Monitoren en Verantwoorden (SMV). Hiermee willen we onze taakuitvoering meer inzichtelijk maken, aan de hand van kengetallen over input, output en effect per soort product.
Als paraplu boven onze kwaliteit van dienstverlening gaan we met onze deelnemende gemeenten in gesprek over de ODRU-dienstverleningsbelofte. Deze werken we in 2020 uit.
De ODRU sloot het jaar 2017 af met een positief resultaat van € 101.593. Dit resultaat is € 14.377 hoger dan de bijgestelde begroting 2017 (zie tabel 1). In overleg met het AB besluiten we over de bestemming van het resultaat à € 101.593 conform artikel 32 uit de GR.
Op 14 december 2017 stelde het AB de geactualiseerde notitie weerstandsvermogen vast. In de notitie zijn de risico’s in kaart gebracht en op basis hiervan is een berekening gemaakt van de benodigde omvang van het weerstandsvermogen. Op basis van deze berekening is het wenselijk dat de ODRU een weerstandsvermogen opbouwt tot maximaal € 1,2 miljoen. De komende jaren houden we de risico’s steeds opnieuw tegen het licht en actualiseren wij deze waar nodig. Dit kan leiden tot nieuwe inzichten in de omvang van het aan te houden weerstandsvermogen. De jaarlijkse notitie risico’s en weerstandsvermogen stellen we in het najaar op.
Het positieve resultaat is ontstaan door diverse oorzaken. De belangrijkste hiervan is de extra niet begrote omzet uit zowel de gemeentelijke bijdrage als de aanvullende opdrachten. Voor deze extra omzet was meer inhuur van personeel nodig, maar hieraan is ook een goede bijdrage geleverd door de medewerkers van ODRU. Ondanks de inzet voor de uitvoering koers en het arbeidsverzuim, wat net boven de norm is uitgekomen, is het gelukt om de productiviteitsnorm te halen (norm 1.360 uur realisatie 1.379 uur). Naast de gunstige opdrachtenstroom en de goede productiviteit bleek het in 2017 mogelijk om de kosten in goede mate in control te houden. De kosten van huisvesting en kapitaallasten kwamen lager uit dan begroot. De indirecte personele kosten waren hoger dan begroot. De salarislasten per medewerker zijn harder gestegen dan begroot maar door de instroom van lager ingeschaalde medewerkers is dit effect deels gecompenseerd. Het bleek nodig te zijn om de voorziening boventalligen aan te vullen. De liquiditeitspositie is lager dan in 2016 maar nog steeds ruim op orde. Het positieve resultaat draagt hieraan bij, evenals de goede betalingsmoraal van de gemeenten.