Betere adviezen naar inwoner door nauwe samenwerking met de GGD: ‘Eerste stappen zijn gezet!’
Stel je hebt asbest in je woning. De omgevingsdienst kan adviseren om bewoners tijdelijk te evacueren omwille van de veiligheid. Tegelijkertijd kan de GGD juist het tegenovergestelde adviseren: de stress van een plotselinge verhuizing kan groter zijn dan het risico van de asbest. Hoe zorgen wij ervoor dat je geen tegenstrijdig advies ontvangt als inwoner? Dat is een van de vragen die wij als omgevingsdienst samen met de GGD regio Utrecht (GGDrU) willen beantwoorden. De lunchlezing van 11 juli is de aftrap van deze vruchtbare samenwerking.
Samenwerking versterken
Mirjam Mascini werkt als afdelingshoofd bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) en is aanjager van de samenwerking met de GGDrU: “In onze koers hebben we als ODRU gezegd dat we de samenwerking met onze netwerkpartners willen versterken. Vraagstukken worden complexer, de inwoners en gemeenten vragen erom dat wij ons werk op elkaar afstemmen. Ook de wetgever wil dat. Niet voor niets is gezondheid opgenomen in de Omgevingswet. Beter samenwerken met andere overheidsinstellingen hoort daar dus ook bij. Waaronder met de GGDrU.”
Ook Lars Casson is als is beleidsmedewerker vanuit de ODRU nauw betrokken bij de samenwerking met de GGDrU: “Ik vind dat het belangrijk dat er inwoners geen tegenstrijdige informatie krijgen verstrekt. Hier zijn we nu mee bezig. Daarom wil ik dat het een blijvend onderdeel wordt van hoe we werken. Dat wil ik onder andere doen door deze samenwerking te borgen in onze organisatie.”
Belangen beter afwegen
In het voorbeeld van asbest is tegenstrijdige informatie aan inwoners een bekend verhaal. Dat ziet ook Maaike van der Zijverden, adviseur milieu en gezondheid bij de GGD: “De omgevingsdienst heeft protocollen die soms niet helemaal aansluiten op die van ons. Wij wegen bijvoorbeeld mee dat als mensen hun huis uit moeten vanwege een asbestsanering, dat dit ook effect heeft op hun gezondheid.”
Andersom komt het ook voor dat er wettelijk geen normen worden overschreden, maar dat het wel gevolgen heeft voor de gezondheid. Bijvoorbeeld bij geluidsoverlast: “Soms ervaren mensen nadelige gevolgen van een geluidsbron, terwijl deze wettelijk wel voldoet aan de geluidsnorm. In de samenwerking willen we elkaar eerder opzoeken, zodat we in een zo vroeg mogelijk stadium kunnen zien welk belang voor de inwoner het zwaarst weegt.”
Werken in vaste structuur
De lunchlezing van vandaag is een beginpunt om de kansen te versterken. Dat ziet ook adviseur gezonde leefomgeving van de GGDrU, Inès Youssef: “Het gaat vooral om elkaar te leren kennen en per thema bekijken wat goed gaat en wat de wensen zijn. Een samenwerking verbeteren kan soms zo simpel zijn als op de hoogte raken van elkaars werkzaamheden. Elkaar snappen en begrijpen. Idealiter op basis van een vaste structuur.”
Ook Mirjam is voorstander van een vaste structuur in de samenwerking met de GGDrU: “De eerste stappen zijn gezet en daar ben ik heel blij mee. We willen dit onderdeel maken van onze processen. Dat betekent dat we elkaar altijd weten te vinden en onze standpunten kunnen uitwisselen. Uiteindelijk helpen we daar de inwoner ook weer mee. En dat is het doel!”